zaterdag, maart 11, 2006

Heilig leven met beide benen op de grond – Stephen M. Miller (red.)


Dit is een niet al te dik en vlot geschreven boekje, dat niettemin een fundamenteel thema aanpakt: wat is heilig leven precies en hoe doe je dat? De Bijbels opdracht heilig te leven kan voor veel christenen een moeilijke en teleurstellende opgave zijn, maar dit kan ook te maken hebben met een verkeerd begrip van wat het precies is. Want God vraagt van christenen heilig te leven, en Hij stelt ons in staat het ook te doen. Wat is dan het principe en de praktijk van heilig leven en hoe helpt God daarbij?

In dertien hoofdstukken worden thema’s met betrekking tot heilig leven behandeld door tal van verschillende auteurs. Met elkaar geven ze meer zicht op de uitdaging en opdracht om heilig te leven en wijzen ze wegen om dat ook in de praktijk te kunnen doen. In elk hoofdstuk wordt in feite hetzelfde dilemma behandeld: we weten wel zo ongeveer welke heiligheid verwacht wordt, maar het lijkt onmogelijk eraan te voldoen omdat de praktijk van het leven zo weerbarstig is. Sommige zaken – bezit, seks, boosheid, ambitie – lijken onverenigbaar met heiligheid, dus welke plek moeten die zaken in je leven krijgen? Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een korte situatieschets, een soort van klein schetsje over een persoon in een bepaalde situatie die wordt geconfronteerd met een bepaalde moeilijkheid op het gebied van heilig leven. De verhaaltjes zijn een introductie op het hoofdstuk dat daarna volgt en het dilemma dat daarin behandeld wordt.

Aan het slot van het boek worden per hoofdstuk een aantal gespreksvragen gegeven, die dit boek geschikt maken voor behandeling in een gesprekskring.

De volgende onderwerpen worden behandeld:
  1. Als heiligheid met het echte leven geconfronteerd wordt (Jerry Hull)
    In dit hoofdstuk worden wat basisprincipes van heiligheid behandeld. Heilig leven betekent dat Jezus nummer één moet zijn, dat Hij de Koning van ons leven is. Dit strijdt met de basisbehoefte van de mens om ons eigen leven te bepalen. Maar het is als met een sportteam: als we ons aansluiten bij het team van Jezus, is hij de coach en bepaalt hij het schema, het trainingsprogramma, de tactiek en ook wie op welke positie staat. Heilig leven is deze situatie erkennen.
    Mensen zijn er om door God gebruikt te worden. God wil zijn volk heiligen – afzonderen voor zijn gebruik. Zijn kinderen moeten vaten zijn om Gods heerlijkheid en genade te bevatten en uit te gieten. Heilig leven is een leven waar de liefde van Jezus doorheen stroomt ter wille van anderen.
    Heilig leven is meer dan je aan de regels houden of een rol spelen. Het is meer dan het in bedwang houden van je emoties, gedrag en woorden. Het is in praktijk brengen wie we zijn in Jezus. Wij zijn heilig door Gods genade. We brengen in praktijk waartoe God ons bevrijd heeft: kinderen zijn in zijn Koninkrijk.

  2. Wat moet ik doen (John Seamands)
    Seamands benadrukt de noodzaak vervult te worden met de Heilige Geest. Dat is geen kwestie van aangename en gelijkmatige groei, maar een besef dat het nodig is dat ons “ik” zich overgeeft. Het ego dat zich niet heeft overgegeven is de wortel van de problemen. Het uit zich in zoeken van jezelf, eigenliefde, zelfbewustzijn, genotzucht, zelfrechtvaardiging (geen fouten toegeven), zelfgenoegzaamheid (vertrouwen op eigen kracht) en eigenwilligheid. Dat laatste is de keuze tussen onze uitspraak naar God “Uw wil geschiede” of Zijn uitspraak naar ons “uw wil geschiede”. De kruisiging van het ik moet plaatsvinden. Dat is geen doel op zich, maar dient om de volheid van de Geest te kunnen ontvangen. De vervulling van de Geest is een belofte van God waar we naar mogen verlangen en ons naar mogen uitstrekken, en die Hij ons zal geven in geloof.



  3. Zeker zijn en groeien (Keith Drury)
    Drury onderzoekt de zekerheid die iemand kan hebben van zijn behoud. Na het ontvangen van Gods Geest is het ook noodzakelijk dat een dagelijkse geheiligde levenswandel ontstaat. Toch kan er sprake zijn van terugval. Die ontstaat als iemand niet meer gehoorzaam is aan wat God van hem vraagt. Gehoorzaamheid is onderdeel van het leven van voortgaande heiliging. Na bekering is er geen fase van wachten op de hemel, maar van actieve dienst voor God en voortgaande geestelijke groei. Als toch geestelijke dorheid ontstaat, kan dat het gevolg zijn van ongehoorzaamheid, kwijtraken van geloof, verzoekingen, geestelijk opbranden of lichamelijke uitputting. De oorzaak van de dorheid bepaalt wat we eraan doen. De bedoeling is echter dat een leven van voortgaande toewijding ontstaat, waarbij God ons steeds nieuwe aspecten van ons leven laat zien die we moeten opruimen. Meestal gaat het niet om zonden, maar om zaken die ons van ons hoofddoel afleiden. Ook laat God ons nieuwe taken en gewoonten zien waarvan hij wil dat wij ons die eigen maken. Door zo in gehoorzaamheid te wandelen ontstaat doorgaande reiniging. Cruciaal is dat we niet na onze heiliging op eigen kracht de draad weer oppakken, maar afhankelijk blijven van Hem.

  4. Hoe trots is te trots (Jon Johnston)
    Dit hoofdstuk onderzoekt aspecten van een gezond zelfbeeld. Eigenwaarde is belangrijk omdat het de zekerheid geeft dat we van waarde zijn (dat schenkt bevrediging), omdat het zelfvertrouwen geeft (leidt ons naar nieuwe dingen) en zekerheid (het geeft ons veiligheid in de wereld waarin we leven). De volkomen heiligmaking die God wil uitwerken leidt tot toewijding en tot grote eigenwaarde: we zijn gereinigde kinderen van God, vol van zijn kracht. De vrucht van de Geest wordt zichtbaar en dat is cruciaal voor onze eigenwaarde. De waarde van deze volkomen heiligmaking is het positieve effect op het leven van mensen – de zekerheid dat zij een leven in overvloed kunnen ontvangen van God.
    Het gevaar hierbij is dat zelfverheerlijking, arrogantie, ontstaat. Geestelijke nederlagen worden geleden door trots. Het verschil is dat Bijbelse eigenwaarde leidt tot nederigheid en het besef van afhankelijkheid van God. Iemand die trots is roemt zijn eigen kracht. Verder heeft trots een verdedigende kracht, en Bijbelse eigenwaarde niet. Die hoeft zich namelijk niet te bewijzen omdat hij niets te verliezen heeft. Een trots mens heeft dat wel. Tot slot is Bijbelse eigenwaarde gericht op het dienen van anderen.
    Het is dus nodig het eigen “ik” te laten sterven, en wel op de volgende gebieden:
    • zelfrechtvaardiging: de onwil om Gods berispingen en correcties te accepteren
    • zelfgenoegzaamheid: luiheid en zinnelijkheid zonder discipline
    • zelfverheffing: niet in staat zijn je bij Gods wil neer te leggen
    • zelfverontschuldiging: het geloof in eigen gelijk en eigen rechtvaardigheid.
    Dit sterven gebeurt bij volledige toewijding aan God.

  5. Krijg ik door heiliging een ander temperament (Keith Drury)
    Drury maakt verschil tussen temperament en karakter. Temparement is een natuurlijke neiging terwijl karakter verwijst naar trekken die ontstaan door discipline, training en genade. De gebruikelijke vierdeling van temperamenten wordt geïntroduceerd: sanguinisch, cholerisch, flegmatisch en melancholisch. Bij de meeste mensen overheerst één van deze temperamenten en is een ander type ondergeschikt. De temperamenten hebben ook allemaal een negatieve zijde.
    Heiliging doet de natuurlijke temperamenten echter niet teniet. Maar er ontstaat wel een verfijning: God stuurt de sterke kanten en geeft nieuwe kracht over de slechte gewoonten. Hoewel elke christen hetzelfde werk van genade ervaart, worden andere gebieden in iemands leven gereinigd, afhankelijk van de temperamentskenmerken. Daarnaast zullen door het werk van de Heilige Geest ook nieuwe eigenschappen ontwikkeld worden.
    Het volmaakte “als-Christus-zijn” is uiteindelijk terug te vinden in het lichaam van Christus, de Kerk. In het Woord van God zien we Jezus als volmaakt voorbeeld. Als het lichaam van Christus in zijn geheel wordt beschouwd, zien we een glimp van die karaktertrekken.

  6. Kunnen heiligen kwaad worden? (James Dobson)
    Boosheid is voor een deel emotioneel, maar voor een deel ook een biochemisch proces van ons lichaam. Ons lichaam kent een automatisch verdedigingssysteem, opdat het lichaam wordt beschermd. Adrenaline en hogere bloeddruk horen hierbij. Maar de reactie op die boosheid is onderworpen aan de vrijwillige beheersing. Door onze zondige natuur zijn we geneigd tot “vleselijke boosheid”, die tegengesteld is aan heiligheid en rechtvaardigheid. Deze boosheid is datgene wat ons motiveert onze medemensen te kwetsen, in woorden of in daden. Niets rechtvaardigt haat of een verlangen anderen te kwetsen. Algemeen geldt dat christenen een grotere neiging tot zondigen hebben in hun reacties, dan in hun acties. Juist iemand die bedrogen of benadeeld wordt, raakt sneller verbitterd of vijandig.
    Er zijn verschillende andere manieren om emoties te uiten. In de eerste plaats door deze in gebed te brengen, verder door deze bekend te maken aan een buitenstaander, door met vergeving naar de ander toe te gaan, door te begrijpen dat God ons zo helpt te groeien, etc. Het helpt ook realistische verwachtingen te hebben: sommige verlangens zijn onbereikbaar omdat mensen eenvoudigweg niet snel vernaderen. Ook is het goed de oorzaken van het gedrag van een ander te begrijpen.
    God leidt ons op deze weg, we leren Zijn eisen te kennen op dit punt. Uiteindelijk verwacht hij gehoorzaamheid, waarvoor discipline nodig is. God verwacht niet dat we ogenblikkelijk volwassen zijn, maar hij verlangt gestage groei en vooruitgang.

  7. Zorgzaam genoeg om te confronteren (David Augsburger)
    Het begrip “zorgzame confrontatie” wordt geïntroduceerd. Het is oprechte zorg die iemands geestelijke groei stimuleert. Het is ook echte confrontatie, waar nieuw inzicht en begrip uit voortkomt. Effectieve confrontatie is het aanbieden van maximaal bruikbare informatie met een minimum aan spanning en dreiging. Liefdevol de waarheid spreken helpt relaties te groeien.
    Kern is hoe je omgaat met een conflict. Als een conflict zich voordoet, zijn er over het algemeen vijf mogelijke reacties:
    1. Een conflict is een gegeven en staat vast. De bijpassende levenshouding is die van het vermijden van dreiging, op safe spelen. Het is een vluchtreactie uit het conflict.
    2. Een conflict is iets verpletterends en leidt tot veroordeling en afwijzing. Dit leidt tot een levenshouding van toegeven en aardig proberen te zijn. Verschillen zijn catastrofaal. Je bent uiteindelijk gefrustreerd, maar met een glimlach.
    3. Een conflict is een onvermijdelijke botsing tussen gelijk en ongelijk hebben. Dit leidt tot een veroordelend en onbuigzaam leven. Het gaat om macht. Het doel is belangrijker dan de relatie.
    4. Een conflict is een geschilpunt dat opgelost kan worden, beiden moeten water bij de wijn doen. Dit leidt tot een bemiddelend en tegemoetkomend leven. Het gaat uit van gedeeltelijke opoffering van de waarheid. Het compromis wordt gezocht.
    5. Een conflict is iets natuurlijks, neutraals. Moeilijkheden zijn hindernissen die genomen kunnen worden door zorgzaamheid en liefdevolle confrontatie met de waarheid. Dit is een keuze voor relatie en eerlijkheid.
    Hoewel keuze vijf de beste is, kan het nodig is tijdelijk een andere keuze te maken. Flexibiliteit is vereist, evenals permanente oefening. De schrijver laat zien hoe Jezus al deze stijlen van tijd tot tijd beheerste. Soms koos hij tijdelijk voor een andere oplossing, in het belang van de ander, maar uiteindelijk kwam hij altijd uit op het punt van waarheid en liefde, de zorgzame confrontatie. Oordeel en genade leiden immers tot verlossing. Bij God is er radicale eerlijkheid over onze daden en vervolgens onverdiende liefde. Niet alleen oordeel, niet alleen Goddelijke toegeeflijkheid maar beide tegelijk.

  8. Strijden tegen de verleiding (Charles Swindoll)
    Iedere christen heeft met verleiding te maken. Het is belangrijk het verschil tussen een beproeving en verzoeking te kennen. In beproevingen wordt ons geloof getest en er is niets immoreels aan, hoewel het zwaar ongemak kan brengen (zie Job). Een verzoeking is verlokkend kwaad, een poging iemand van de rechte weg af te leiden met de belofte van plezier of voordeel. Aan de hand van Jacobus 1:13-15 analyseert de schrijver verzoekingen.
    • Een verzoeking is onvermijdelijk.
    • Een verzoeking wordt nooit door God gestuurd. Hij laat het wel toe.
    • Een verzoeking is een individuele zaak. De verzoeking vindt plaats wanneer we instemmen met de verleiding en die volgen. Wanneer iemand toegeeft, begint zonde. Tot die tijd is er reinheid.
    • Een verzoeking die tot zonde leidt, volgt altijd hetzelfde proces. Ten eerste het lokaas wordt uitgezet. Ten tweede het innerlijk verlangen wordt geprikkeld. Ten derde de zonde verschijnt als we zwichten. Ten vierde de zonde heeft gevolgen.
    Er zijn praktische manieren om de verleiding te weerstaan.
    • Ga tegen de verleiding in en geef haar geen kans. Dat betekent dat je de confrontatie met zaken die verleiden uit de weg moet gaan. Zeker als al vaker is gebleken dat weerstand bieden niet lukt, moet voorkomen worden dat de confrontatie plaatsvindt.
    • Bied de juiste weerstand. Bij seksuele zonden is vluchten de enige optie. Het is de tweede blik die tot zonde verleidt. Voorkom een tweede blik. Bij roddelen gaat het niet om beteugelen, maar om muilkorven.
    • Bedenk dat de pijn die volgt spoedig het plezier uitwist. Onmiskenbaar smaakt de zonde lekker, maar het plezier is altijd van voorbijgaande aard.
    • Houd je de gedachten in bedwang door de woorden van God die je uit het hoofd kent. Het zijn wapens die je te binnen schieten op momenten dat het moeilijk wordt.
    Als je lang genoeg in de buurt van de verleiding blijft en ermee speelt, zal blijvende beschadiging optreden diep in je hart en karakter.

  9. Seks – als begeerte het heft in handen neemt (Ed Robinson)
    God roept ons nadrukkelijk op tot heiligheid op het gebied van seksualiteit. Seksualiteit is door God met meer dan één doel gegeven. Sommige doelen liggen voor de hand (voortplanting), andere doelen moeten met geestelijke ogen worden bekeken; ze kunnen niet alleen begrepen worden vanuit lichamelijk perspectief. Het genot van seks ligt niet alleen in het gevoel, maar ook aan de betekenis die we eraan mogen verlenen. God heeft seksualiteit gegeven om uitdrukking te kunnen geven aan ons mens-zijn. De waarde van de persoon hoort centraal te staan in elke seksuele uiting. Het is de bedoeling dat seksualiteit tot uitdrukking komt binnen de grenzen die God gesteld heeft in zijn woord. Omdat de seksuele aandrang zo dynamisch is, is het ook de plek waar veel aanvallen plaatsvinden.
    Seksuele uitingen die de menswaardigheid van de ander aantasten zijn fout. De seksuele daad hoort dan ook thuis binnen de veilige kaders van een huwelijk. Het moeilijkst is het om rein te blijven in je gedachteleven, je fantasie. Voor daadwerkelijk immoreel gedrag zijn de meeste mensen te bang. Maar seksuele fantasieën zijn ook schadelijk, ze dwingen ons mensen te zien als lustobject, gemaakt voor egoïstisch plezier, en niet als mensen om lief te hebben en voor te zorgen. Een onbeheerst gedachteleven degenereert ook je eigenwaarde, omdat het je berooft van de schuldeloze vreugde van God. Het vervreemdt ons ook van God, omdat het ongehoorzaamheid is tegen de verwachtingen van een heilig leven.
    Net als in het hoofdstuk over verleiding gaat het er ook hier om het begin van de keten te onderkennen, en die te verbreken. Niet meer zoekwoorden in zoekmachines opzoeken, niet meer de tv-gids nazoeken op bepaalde programma’s, niet meer bepaalde contactadvertenties gaan lezen. Verleiding is geen zonde, maar het handelen als gevolg van de verleiding wel.
    Gods bedoeling met seksualiteit laat zich als volgt beschrijven:
    Seksualiteit is uitdrukking van de geestelijke eenheid van man en vrouw
    Seks is een middel om blijk te geven van toewijding.
    Seks is een middel om diepe genegenheid te tonen.
    Seks is voor voortplanting. Zonder seks zou niemand van ons op aarde zijn.
    Seks is voor ontspanning, seks is fijn.
    Seks is meer dan lichamelijke bevrediging van een biologische drift. Het omvat al deze vijf aspecten, niet een keuze daaruit. Het is aan christenen om deze waarde opnieuw te ontdekken.

  10. Ambitieus en toch christen (Cecil Paul)
    Ambitie is een sterk verlangen om een bepaald doel te bereiken. De kernvragen zijn: wat zie ik als hoogste waarde? Waar investeer ik voornamelijk in en wat is het doel van die investering? Als die investeringen in bezittingen en macht voor persoonlijk succes zijn, ontstaat spanning met het onderwijs van Jezus. Het zijn vleselijke ambities die leiden tot afzondering en vervreemding. In de eerste plaats tot vervreemding van God, maar ook tot vervreemding van naasten (die middelen tot macht worden) en vervreemding van onszelf.
    In het christelijk leven moet ambitie gekoppeld worden aan rentmeesterschap. Het gaat om investeringen in het liefhebben van God en je naaste. Het betekent uitstijgen boven eigenbelang en mogelijkheden ontwikkelen om uitdrukking te geven aan toewijding aan God en noden van anderen. Heilig leven is de ontwikkeling van al onze individuele en gezamenlijke gaven tot het grootste potentieel, ten dienste van allen. Het is natuurlijk en menselijk je mogelijkheden te willen benutten, maar zonder in de valkuil van ambitie te vallen. Dit kan door waarden na te streven die dramatisch verschillen van de waarden van de wereld. We worden opgeroepen de gezindheid van Christus te hebben en vredestichters te zijn. Het betekent tijd en energie stoppen in activiteiten die de waarden van Jezus weerspiegelen.
    In dit hoofdstuk wordt een praktische handreiking gedaan (aan de hand van invulschema's en dergelijke) om te helpen de eigen prioriteiten te herzien en te ontdekken op welke gebieden van het leven de gezindheid van Christus meer tot uitdrukking moet komen.

  11. Wanneer bezit botst met heiliging (Al Truesdale)
    Dit vind ik één van de teleurstellende hoofdstukken in het boek. De schrijver adresseert het probleem van materialisme en definieert dat als meer bezitten dan je werkelijk nodig hebt, of een eindeloze zucht naar overvloed. Materialisme is de overtuiging dat hoe meer we bezitten, hoe completer ons leven is. Materialisme belooft vrijheid en veiligheid, maar geeft gebondenheid en onveiligheid. In de praktijk van het leven komt de schrijver er vervolgens niet uit. Hij suggereert dat de uitspraken van Jezus over bezit (b.v. bij de rijke jongeling) niet altijd letterlijk zijn te leven en ook dat de behoeften van de mens cultureel bepaald zijn. Zowel tussen culturen – een Nigeriaanse boer heeft andere behoeften dan een effectenmakelaar – als binnen culturen – Amish hebben andere behoeften dan andere burgers. Dit vind ik een slap uitgangspunt omdat het de fundamentele vraag niet adresseert: waaróm zijn er verschillen tussen culturen en wat betekenen die? Is er niet een veel radicaler keuze nodig? Ik heb die antwoorden ook niet per se, maar ik vind het zwak dat de vragen niet eens gesteld worden.
    Uiteindelijk geeft de schrijver een paar richtlijnen voor heiliging in een materialistische wereld:
    • Besef dat de goederen in de wereld zullen niet evenredig over de mensen kunnen worden verdeeld. Verschillen ontstaan soms door uitbuiting, soms omdat anderen betere rentmeesters waren. Wat mij betreft gaat de schrijver hier teveel uit van voldongen feiten: het feit dat iets niet bereikt kan worden is – zeker in de christelijke context – geen argument er niet naar te streven.
    • Ga nauwkeurig na hoe je tegenover materiële dingen staat. De doorslaggevende stap is toegeven dat geheiligd leven niet kan in een atmosfeer van hebzucht en zorg om materiële aanwinsten.
    • Ouders moeten nagaan welke waarden zij aan kinderen doorgeven over hun houding ten opzicht van materiële bezittingen.
    • Ga na hoe we mensen beoordelen. Worden ze beoordeeld op hun uiterlijk of niet?
    • Bekijk je uitgavenpatroon. Ben je steeds op zoek naar het nieuwste of niet?
    • Wees op de hoogte van de omvang van armoede in de wereld. Dat helpt christenen een eenvoudiger levensstijl te ontwikkelen.
    Het laatste punt komt in de buurt van wat ik denk dat nadrukkelijker zou moeten worden nagestreefd en de richtlijnen zijn op zich goed. Maar het blijft wat mij betreft een zwak hoofdstuk.

  12. Kun je integer zijn en overleven in een wrede, harde wereld? (Millard Reed)
    In dit hoofdstuk worden vijf concrete situaties geschetst waarin mensen voor – soms ingrijpende – keuzes staan ten aanzien van hun leven, in het licht van de Bijbel. Wel of niet frauderen in opdracht van de baas, wel of geen abortus plegen, wel of geen overspel plegen, wel of geen eigen fraude bekennen met grote consequenties voor het gezin.
    In al deze situaties volstaan geen theoretische antwoorden. Er zullen praktische adviezen moeten worden gegeven. Het morele oordeel wordt gebaseerd op de Bijbel. Alles wat in de Bijbel is neergelegd vormt een brede basis voor antwoorden op praktische ethische vragen. Maar de antwoorden zijn niet altijd eenduidig en de Bijbel is aan interpretatie onderhevig. Toch hoeven we niet met lege handen te staan. De vraag is echter wat we met het antwoord doen. In de vijf praktijksituaties wordt deels wel en deels geen gevolg gegeven aan het antwoord. Waar dat wel gebeurt is de uitkomst niet altijd even positief: het levert daadwerkelijk negatieve effecten op (verlies van baan en inkomsten).
    Er wordt in dit hoofdstuk eigenlijk geen antwoord gegeven op de vraag die in de titel ervan staat. We leren iets over vijf praktijksituaties, maar het blijft allemaal heel vaag. Natuurlijk zijn radicale antwoorden niet makkelijk, maar als je overtuigd bent van de waarheid van de Bijbel, weet je dat op lange termijn het volgen van die waarheid het beste is, ondanks de tijdelijke moeite die het je kan opleveren. Volgens mij is dat heilig leven, maar in dit hoofdstuk komt het niet naar voren.

  13. Heiliging in het dagelijks leven (Gene van Note)
    Dit hoofdstuk is in feite één lang verhaal over een gezin dat een Koreaanse vluchteling opvangt en de manier waarop die keuze van invloed is geweest op hun leven en dat van anderen. Het is een mooi verhaal en laat ook de worstelingen zien die een keuze als dit met zich meebrengt. Maar ook hier geldt dat het vrij vaag blijft over hoe heilig leven in zijn algemeenheid vorm krijgt. Ik had het mooi gevonden wanneer als afronding van het boek de lessen uit de voorgaande hoofdstukken zouden worden gebundeld tot één kernboodschap. Volgens mij zou dat mogelijk moeten zijn.
De conclusie is dat dit boek een heel sterk en duidelijk begin kent, maar dat het uiteindelijk niet helemaal waarmaakt wat het belooft, en dat is jammer. Ondanks de matige kwaliteit van de laatste hoofdstukken staan er door het boek heen echter voldoende lessen, tips, uitgangspunten en adviezen om een beter begrip te krijgen van wat heilig leven inhoudt en hoe dat in het eigen dagelijks leven tot uitdrukking zou moeten komen. In dat opzicht is het dus zeker een aanrader.

Sneuper

Heilig leven met beide benen op de grond – Stephen M. Miller (red.). Uitgeverij Gideon in samenwerking met de Nazarener Uitgeverij. ISBN 9060677625.